Zie je ook door de bomen het groene kledingbos niet meer? Green, organic, sustainable, vegan, eco, natuurlijk. De duurzame termen vliegen je om de oren. Nog niet zo lang geleden hing er een campagne van H&M in de stad met eco-helden en klimaatstrijders. Wauw, mega goed! Als zelfs de grootste fast fashion ketens nu duurzaam zijn dan komt het wel goed met de wereld. Toch…? Niet echt helaas. Want ondanks dat merken aan de lopende band met duurzame termen de marketingmachine draaiende houden, zijn deze vaak misleidend en is er sprake van ‘greenwashing’. (Check ook dit artikel over greenwashing door H&M). Om even bij het begin te beginnen: welke termen komen we eigenlijk tegen en wat betekenen ze?
Sustainable: De oorspronkelijke definitie van sustainable development komt uit het Brundtland-rapport van 1987: “een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen.” Tegenwoordig wordt deze term helaas misbruikt omdat de definitie ook anders uit te leggen is. Sustainable kan ook “het vermogen om een bepaald level vol te houden” betekenen. Simpel gezegd, als ik katoen verbouw op een veld en wil dat dat blijft groeien, dan kan een “sustainable” manier zijn om pesticiden en kunstmest te gebruiken. Op die manier blijven de katoenplantjes op het
niveau groeien dat ik graag wil en is mijn opbrengst dus sustained. Hieruit blijkt dat sustainable helemaal niet “goed voor de planeet” hoeft te betekenen.
Green: groen is een kleur. Merken gebruiken het om consumenten te laten denken dat ze positief bijdragen aan het klimaat. Helaas mag het woord vrij gebruikt worden en wordt het niet gecontroleerd. Kortom, een nikszeggende term zonder ‘third-party certificering’.
Natuurlijk: Dit slaat vaak op de stoffen die gebruikt worden: natuurlijk katoen. De term vertelt hoe de stof is ontstaan, maar laat verder buiten beeld of daarbij pesticiden, kunstmest of andere chemicaliën zijn gebruikt. Zoek in plaats daarvan naar het “Global Organic Textile Standard” label. Zij stellen hoge eisen voor productie op basis van zowel milieu- als sociale criteria.
Oké, heel veel is dus niet écht duurzaam. Hoe kan ik dan kleren kopen op een groene manier?
Koop minder
Het meest duurzame wat je kan doen is niets kopen. Kijk voordat je een nieuw kledingstuk koopt eerst in de kast van vrienden of familie. Misschien hangt er wel iets in dat je kan lenen. En als dat niet het geval is zijn er ook steeds meer plekken waar je kleding kan huren. Mijn favoriet op dit moment is de Circle Closet (www.circlecloset.nl). Ik heb er laatst een prachtig Jacquemus jurkje gehuurd voor een feest, maar ze hebben ook kleding voor het seizoen en werk. Maar wie de (positieve) bal kaatst kan hem terugverwachten. Dus leen ook kleding uit jouw kast uit aan vrienden of geef kleren die je niet meer draagt aan de lokale kringloopwinkel.
Koop vintage
Amsterdam is de Vintage-hotspot van Europa. Hoe meer vintage er gekocht wordt, hoe minder nieuwe kleren er gemaakt hoeven worden en hoe minder textiel er onbruikbaar op de afvalberg terecht komt. Geen idee waar leuke vintage winkels te vinden zijn? Mijn favorieten in Amsterdam zijn: Penny Lane, Mood Indigo, andy Store, Bis!, en de IJhallen. Daarnaast zijn er natuurlijk ook allerlei online platforms waar je tweedehands kleren kunt (ver)kopen zoals Vinted, Depop en Vestiaire.
Koop eenmalig
Investeer in een paar goede, tijdloze, duurzame basics. Kies kleding waarvan je weet dat je het vaak zal dragen. Let daarbij goed op de kwaliteit van de materialen; duurzame kleding gaat lang mee. Maar hoe duurzaam je kledingstuk is hangt af van verschillende factoren in de supplychain: watergebruik, energiekosten, afvalproductie, chemicaliëngebruik, arbeidsomstandigheden, verscheping, diervriendelijkheid, en materiaalkeuze om er maar een paar te noemen. Veel merken hebben nu hun sustainability rapport op hun website staan waar je meer kan lezen over deze supplychain, maar dit is vaak veel blah blah blah. Daarbij is het lastig te bekritiseren omdat de focus wordt gelegd op wat er goed gaat, maar wat er slecht gaat (vaak veel!) er nog uitgelaten wordt. Om erachter te komen welke merken echt goed bezig zijn en welke merken vooral lege termen gebruiken voor goede marketing, gebruik ik vaak de app “Good on You”. Zij geven duurzaamheidsratings op basis van 3 pijlers: labour, environment en animal. Nog niet elk merk staat erop, maar ze hebben meer dan genoeg duurzame opties.
Third-party certificering
Naast de GOTS certificering zijn er nog een paar labels waar je op kunt letten. Dit artikel geeft een korte overzichtelijke breakdown van 10 certificeringen die je kunt checken bij je volgende aankoop. (Of als je geen zin hebt om te lezen: dit zijn de plaatjes).
Oja, en dan nog even over het “meerdere maten bestellen en de foute terugsturen”. Bij veel merken betekent dit dat de teruggestuurde kleding verbrand wordt. Dat is vaak goedkoper dan het wassen, vouwen en opnieuw inpakken van de kledingstukken. Bedenk dus goed wat je maat is voor je iets besteld. Of beter nog, koop je kleren in een winkel: support your local, altijd de goede maat en geen onnodige verschepingsvervuiling.
Ik hoop dat ik jullie een beetje heb kunnen helpen de weg te zoeken door het groene kledingbos. Veel plezier bij het uitzoeken van je volgende outfit! #Rolemodel
Liefs, Kiki.
PS: Ik kwam laatst dit merkje tegen: Covalent fashion. Dit is een carbon- negatief merk, dit betekend dat ze meer CO2 invangen dan dat ze uitstoten. Ze maken hun brillen en accessoires van AirCarbon: een materiaal gemaakt door broeikasgas etende bacteriën. Klinkt lekker he?
Kiki Boreel is internationaal model en studeert Future Planet Studies aan de UvA. Ook is zij uitgeroepen tot Klimaatambassadeur van de Toekomst (‘21) door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Volg haar op Instagram (@kikiboreel). Daar deelt ze duurzame initiatieven en kledingmerken plus tips en tricks om zelf te vergroenen.
